De sfeer werd gespannen toen de receptioniste hem opzettelijk negeerde en weigerde het gesprek voort te zetten.
De hoofdbewaker keek naar het tafereel en voelde zich ongemakkelijk, maar hij durfde niet in te grijpen.
Diep van binnen wist hij dat deze boer geen onruststoker was, maar juist een rustige man.
Toen de receptioniste op het punt stond om weg te gaan, haalde de boer achteloos zijn telefoon uit zijn zak.
Het was een fonkelnieuw model.
Hij draaide een paar nummers en belde iemand.
Zijn stem was kalm maar vastberaden: “Goedemorgen, ik ben in de lobby van uw hotel.
Het lijkt erop dat het personeel me niet binnen wil laten. Kom alsjeblieft naar beneden en help me een beetje.
Een paar minuten later ging de lift open.
Een jongeman in elegante kleding snelde op hem af.
Zodra hij hem zag, boog hij meteen en zei respectvol: « Wanneer ben jij hier zomaar onverwachts aangekomen?
Waarom heb je mij niet gebeld om je op te halen?
Er heerste stilte in de lobby van het hotel.
Het bleek dat deze jongeman de hotelmanager was, iemand voor wie het hele personeel veel respect had.
De manager keek de receptioniste met een ernstig gezicht aan: “Dit is mijn weldoener.
Dankzij mijn oom is mijn familie geworden wat ze nu heeft.
Vanaf nu wordt hij bij elk bezoek als onze belangrijkste gast behandeld.”
De receptioniste verbleekte en stamelde: « Ik… ik wist niet… »
De boer glimlachte alleen maar en wuifde met zijn hand. « Het is oké, iedereen maakt wel eens fouten.
Ik hoop alleen dat je in de toekomst niet te snel oordeelt – noch op basis van kleding, noch op basis van uiterlijk. »
De manager sloeg zijn armen over elkaar: ‘Als mijn oom mijn vader toen niet het geld had geleend, zou ons gezin nooit van die ramp zijn hersteld.
Dit hotel zou helemaal niet bestaan.
Deze vriendelijkheid zal ik nooit meer vergeten.”
Toen ze dit hoorden, hield de hele zaal de adem in.
De waarheid kwam aan het licht en iedereen was verrast.