Voor Marc en zijn jonge collega Julien begon de avond heel normaal toen ze samen het kantoor verlieten. Marc wilde Julien een teken van zijn vrijgevigheid geven en bood aan Julien mee naar huis te nemen, wetende dat Julien aan de andere kant van de weg woonde. De lucht was fris en de stad baadde in het zwakke licht van het einde van de dag. De reis verliep in een vriendelijke sfeer, afgewisseld met gesprekken over luchtige onderwerpen en veel gelach. Maar zodra ze de drempel van Marcs huis overstaken, hing er een merkbare spanning in de atmosfeer.
Marcs vrouw Clara wachtte hen op in de woonkamer, met een duidelijk zichtbare uitdrukking van ongenoegen op haar gezicht. Haar dag was lang en vermoeiend geweest, aangezien ze haar thuiskantoorwerk en huishoudelijke taken moest combineren. Het onverwachte gezicht van een extra gast zonder voorafgaande kennisgeving leek de druppel die de emmer deed overlopen. Zijn frustratie uitte zich in beschuldigingen aan het adres van Marc, waarbij hij hem ervan beschuldigde dat hij niet attent en georganiseerd was. De spanning in de kamer was maximaal en elk woord dat Clara zei, verhoogde de druk.