Haar keel kneep samen. Ze keek naar de man in het grijze pak, die haar nu een zwakke, veelbetekenende glimlach gaf.
« Ik… » stamelde ze. « Ik wist niet… »
« Ik heb het gemerkt, » zei Ethan zachtjes, zijn stem deed de hele hut verstommen. « Je ging ervan uit dat ik hier niet thuishoorde voordat je de feiten kende. Behandel je alle passagiers zo… of alleen degenen die je niet in de eerste klas verwachtte aan te treffen? »
Jessica’s gezicht kleurde rood. De passagiers staarden haar nu openlijk aan, sommigen schudden hun hoofd. De persoon die de telefoon had opgenomen, verbond.
Ethan leunde achterover in zijn stoel. « Dit is wat er gaat gebeuren. Laat me ongestoord van de rest van de vlucht genieten. Na de landing bespreken we je toekomst met het bedrijf. »
Jessica’s lippen gingen open, maar er kwamen geen woorden uit. Ze knikte en liep weg, haar zelfverzekerde pas maakte plaats voor een aarzelende. De bewakers, die de situatie beseften, trokken zich snel terug.
Terwijl het vliegtuig de wolken in steeg, opende Ethan zijn koffer en begon zijn documenten te sorteren. Het gefluister om hem heen verstomde, maar de spanning bleef.
Jessica kwam terug, dit keer met een dienblad met champagne. « Cadeautjes van de luchtvaartmaatschappij, meneer, » zei ze met een licht trillende stem.
Ethan keek niet op. « Nee, dank je. »