Elke ochtend kookte haar schoonmoeder soep, zette een kom voor haar neer en zei:
“Pas als je klaar bent met werken, mag je eten.”
De zwangere vrouw ging naar de tuin en was een hele tijd aan het graven in de aarde. ‘s Nachts droomde ze van de zee – niet omdat ze er ooit was geweest, maar omdat haar man erheen was gegaan. Hij stuurde haar foto’s van het strand.
Hij gaf ze een kort onderschrift: ‘Rusten, precies zoals je zei.’
De vrouw was nu aardappelen aan het rooien. Ze riep hem, maar hij nam niet op.