Jaren verstrijken. De jongen groeit op… en wordt een van de meest briljante uitvinders van zijn eeuw.
Hij zal de wereld de gloeilamp, de fonograaf, de telegraaf, de filmcamera en nog veel meer schenken.
Vele jaren later, na de dood van zijn moeder, stuit hij op een oude doos vol herinneringen. Binnenin een zorgvuldig gevouwen brief.
Het is de brief die de leraar hem als kind had gegeven.
Hij vouwt hem open, leest hem… en ontdekt tot zijn verbazing deze woorden: « Uw zoon is onbekwaam. Hij is geestelijk gehandicapt. Wij weigeren hem terug naar school te laten gaan. »
