Ze waarschuwen je voor ‘gateway’-middelen. Ze vertellen je hoe één onschuldige keuze kan leiden tot een leven vol steeds verslavender obsessies. Maar niemand gaat ooit met je zitten om ‘het gesprek’ over rauwe melk te voeren.
Het begint onschuldig genoeg
Het begint met een simpel glas rauwe melk. Misschien ben je wel eens bij een lokale boerderij geweest of heb je iemand op de boerenmarkt ontmoet die vol passie vertelde over de romige textuur en complexe smaakprofielen die tijdens het pasteuriseren verloren gaan. « Probeer het gewoon, » zeiden ze, met ogen die glinsterden van de bekeerling. « Je wilt nooit meer terug naar de winkel. »
En dat doe je dan ook. Dat eerste koude glas gaat er makkelijk in – té makkelijk. De rijkdom bedekt je tong met een zoetheid en diepte die je nog nooit hebt ervaren van de gehomogeniseerde, gepasteuriseerde variant. Je zegt tegen jezelf dat het gewoon een traktatie is, een eenmalige verwennerij.
Maar al snel ga je wekelijks naar de boerderij, neem je je eigen glazen flessen mee, noem je de boer bij de voornaam en vraag je naar het dieet van de koeien. Je merkt de seizoensgebonden smaakveranderingen op. Je legt sceptische vrienden uit dat « de risico’s overdreven zijn als je de bron kent. »
De onvermijdelijke escalatie
Het duurt niet lang voordat de rauwe melk in je koelkast op natuurlijke wijze begint te scheiden. Die dikke laag room erbovenop ligt er maar te verleiden. Zou het zo verkeerd zijn om die af te romen? Om hem in een aparte pot op te vangen?
Rauwe room is een compleet nieuw niveau van decadentie. Je giet het in je koffie, over bessen, en maakt er slagroom van die zo stevig staat dat hij je bijna groet.
Maar rauwe room blijkt slechts een tussenstap te zijn.
Dieper in het zuivelkonijnenhol
Op een dag merk je dat je room te hard is geschud tijdens de rit naar huis. Er zijn kleine bolletjes… is dat boter die zich vormt? Een snelle zoektocht op internet later schud je een pot room, vol verbazing kijkend hoe die zich scheidt in boter en karnemelk.
De zelfgemaakte rauwe boter is een openbaring – goudbruin, grassig en vol van smaak. Gekochte boter smaakt in vergelijking daarmee nu naar was. Maar wat is brood zonder boter? Je moet duidelijk zelf zuurdesembrood gaan bakken om je ambachtelijke boter goed tot zijn recht te laten komen.
En die rauwe karnemelk die overblijft van het botermaken? Het zou zonde zijn om die niet te gebruiken. Pannenkoeken, koekjes en ranchdressing staan ineens op de wekelijkse lijst.
Ondertussen breekt de zomer aan en dringt de gedachte zich op: zou je met die rauwe room geen fantastisch ijs kunnen maken? Eén tweedehands ijsmachine-aankoop later experimenteer je met smaken, texturen en mix-ins waar Ben en Jerry jaloers op zouden zijn.
Maar ijs heeft toppings nodig, toch? Zelfgemaakte chocoladesaus met rauwe boter voor een rijke smaak. Karamelsaus met rauwe room waardoor kant-en-klare varianten naar gesmolten plastic smaken. Butterscotch die zijn naam echt verdient omdat je de boter en de subtiele tonen van de whisky die je erin hebt gegooid, proeft.