Onder de gouden herfstzon in het stadje San Pedro del Río vulde vreugde elke straat. Het was de langverwachte bruiloft van María en Diego. María, met haar honingbruine ogen en tedere glimlach, was het hart van de buurt. Diego, een ingenieur uit Mexico-Stad, was voor haar gevallen op de dag dat ze elkaar ontmoetten op een kermis.
De patio van de familie López stond in bloei met bougainvillea, rode rozen en guirlandes. Kinderen renden met ballonnen terwijl de geur van mole poblano door de lucht zweefde. Toen arriveerde de rijke familie van de bruidegom – elegant, afstandelijk en duidelijk niet op hun plaats.
Toen het middag werd, was de ceremonie afgelopen en klonk er gelach in de tuin. Maar het moment van vreugde werd verstoord toen Diego’s moeder, Doña Beatriz, opstond en aankondigde:
« Ik kan niet zwijgen. María’s vader is vuilnisman! »
Ze liet een foto zien van Don Manuel die een vuilniswagen duwde, zijn laarzen versleten, zijn handen eeltig. « Zie je wel? Deze man haalt vuilnis op! »
Er viel een stilte. María’s moeder huilde. « Ja, dat doet hij, maar die baan voedde ons gezin en betaalde María’s opleiding! »