Hoewel zijn lichaam hem in de steek liet, bleef Alexanders geest helder. Zijn lach vulde de gangen, hoewel die altijd uit een stoel of de armen van zijn ouders kwam. Hij staarde vaak verlangend door de ramen en droomde ervan vrijuit te rennen over de uitgestrekte, zonovergoten gazons van het landgoed. Maar dromen, zo leek het, waren alles wat hij had.
Tot op een bijzondere dag het onmogelijke gebeurde.
En het wonder kwam niet van een arts, therapeut of specialist met een lang cv. Het kwam van iemand die niemand verwachtte. Iemand zonder diploma’s, titels of beloftes.
De persoon die alles veranderde… was de stille, onopvallende schoonmaker van de Bennets.
De schoonmaker die niemand opmerkte
Ze was Elena, een vrouw van in de vijftig die nog geen jaar in alle stilte in het landhuis had gewerkt. Ze was betrouwbaar, discreet en efficiënt – het soort werknemer dat onopgemerkt bleef te midden van de glitter en glamour van het huishouden. Terwijl anderen de kunst en het antiek bewonderden, poetste zij ze op. Terwijl gasten onder kristallen kroonluchters dineerden, veegde zij de kruimels op.
Maar in tegenstelling tot anderen lette Elena op de kleinste menselijke details. Ze zag hoe Alexanders ogen de voetstappen van bezoekers volgden. Ze merkte op hoe hij de randen van zijn stoel vastklemde wanneer andere kinderen voorbij renden. En ze hoorde hem fluisteren, bijna in zichzelf: « Ik wil ook rennen. »