Ik trouwde op drieëntwintigjarige leeftijd. Nadat ik met mijn man Jorge, de oudste van drie kinderen, was getrouwd, verhuisde ik naar Mexico om bij zijn moeder, Doña Teresa, te gaan wonen.
Vanaf dat moment begon mijn leven als schoondochter echt, en de daaropvolgende vijftien jaar, telkens als ik aan hem dacht, vulden mijn ogen zich met tranen. Ik kreeg zelden de kans om te rusten.
Elke dag werd ik om vijf uur ‘s ochtends wakker, maakte het ontbijt voor iedereen klaar en haastte me dan naar mijn werk. Laat in de middag rende ik naar de markt en ging ik weer naar huis om te koken, de was te doen, te vegen en voor Doña Teresa te zorgen. Ze was niet wreed, maar ze was streng en veeleisend tegenover mij, terwijl ze ook grenzeloze genegenheid toonde voor mijn jongere schoonzusje Sofia. Mijn man werkte in Monterrey, ver in het noorden, en kwam slechts een paar dagen per maand terug. Ondertussen woonden mijn zwager Carlos en zijn vrouw Sofia elders, maar kwamen ze vaak in het weekend langs.
Sofia was welbespraakt en bracht Doña Teresa altijd dure cadeaus. Ik miste echter bloemrijke woorden; mijn manier om liefde te tonen was door hard te werken: maaltijden serveren, ervoor zorgen dat ze haar medicijnen innam, voor haar gezondheid zorgen.
Zelfs toen ik hoge koorts had, dwong ik mezelf om havermout te koken en pillen te slikken, want, zoals ze vaak zei: « Ik voel me niet veilig als iemand anders kookt. » Ik verdroeg het in stilte, in de overtuiging dat als ik mijn uiterste best deed, ze zouden zien hoe ik me voelde. Maar toen Doña Teresa overleed, kwam de waarheid aan het licht.
Het voorlezen van haar testament vond plaats in een ceremoniële ruimte, bijgewoond door haar drie broers en vele naaste familieleden.
Iedereen ging ervan uit dat ze me na zoveel jaren van dienstbaarheid en zorg wel iets zou nalaten. Maar toen de advocaat haar woorden voorlas, verstijfde ik.
“Ik laat de drie huizen in het stadscentrum na aan mijn jongste zoon en schoondochter, Sofia, omdat ze zakelijk talent hebben en gewetensvol zijn.”
« Ik laat niets na aan mijn oudste schoondochter, Ana, omdat ik erop vertrouw dat ze wijs genoeg is om niet te klagen of ruzie te maken. » Ik boog mijn hoofd, zonder te protesteren of te huilen.