De sterke geur van ontsmettingsmiddel, vermengd met de drukkende stilte van de kliniek, maakte deel uit van Emily’s dagelijks leven. Ze werkte er pas een paar weken, maar ze voelde de druk van de omgeving al. De comaafdeling was uniek.
De gangen waren brandschoon, de machines zoemden gestaag, maar wat haar het meest trof, was de leegte, alsof het leven daar was gestopt. Van alle patiënten trok er één in het bijzonder haar aandacht: Michael Reynolds. Dit was geen gewone patiënt.
Hij was een beroemde miljonair en eigenaar van een van de grootste technologiebedrijven van het land. Zijn naam was een paar maanden geleden breed uitgemeten in de media toen het auto-ongeluk waarbij hij in coma raakte, werd beschouwd als een mysterieuze tragedie. De auto was van de weg geraakt op een regenachtige avond, en hoewel er geen duidelijk bewijs van sabotage was, gingen er voortdurend geruchten over het incident rond.
Emily’s contract bepaalde dat ze Michaels vitale functies zou controleren, zijn bloeddruk zou meten, zijn apparatuur zou aanpassen en zijn stabiliteit zou waarborgen. Dat is alles, maar vanaf dag één had iets aan Michael een andere indruk op haar gemaakt. Misschien was het het contrast tussen de machtige man op de voorpagina’s en het fragiele, onbeweeglijke lichaam, gevangen in buizen en machines.
Misschien omdat hij, zelfs bewusteloos, een onverteld verhaal met zich meedroeg. Terwijl andere verpleegkundigen slechts het absolute minimum deden, kon Emily hem niet met zoveel onverschilligheid behandelen. Ze waste zijn gezicht, verschoonde zijn luiers en masseerde zijn handen, alsof hij op de een of andere manier haar bezorgdheid aanvoelde.
Sommige collega’s merkten haar interesse op en maakten er grapjes over. « Hé Emily, ben je verliefd op je miljonairvriend? » grapte een van de verpleegkundigen in de pauzeruimte. « Misschien denkt hij dat hij wakker wordt en haar een erfenis nalaat? » vroeg een ander, luid lachend.
Ze deed alsof ze het niet hoorde, maar elke opmerking voelde als een steek. Ze wist dat ze het deed zonder er iets voor terug te verwachten. Het was gewoon het juiste om te doen.
Het maakte niet uit of Michael bij bewustzijn was of niet; hij was een mens en verdiende waardigheid. Maar er was nog iets. Iets wat Emily niet kon verklaren. Elke keer dat ze in Michaels kamer was, voelde ze een vreemde connectie, alsof hij haar iets wilde vertellen, ook al verkeerde hij in een vegetatieve toestand.
Het was een intuïtie die ze niet kon negeren. Dagen werden weken, en het gedrag van Michaels familie versterkte haar vermoedens alleen maar. Ze bezochten hem zelden…