Mijn zesjarige dochter zei tegen haar juf dat ‘zitten pijn doet’ en tekende een plaatje, waardoor ze 112 belde. Haar oom werd al snel de hoofdverdachte, en ik was ervan overtuigd dat mijn gezin uit elkaar viel – totdat de politie een vlek op haar rugzak onderzocht. De hoofdagent keek me aan en zei: ‘Mevrouw, de verdachte is niet menselijk.’
“Mama, het doet pijn om te zitten.”
Die woorden, uitgesproken met trillende fluisteringen door mijn dochter Emily van 6 jaar oud tegen haar juf in groep 3, sloegen als een bom in op mijn leven.
Die ochtend maakte ik Emily’s lunch klaar, strikte haar gymschoenen, kuste haar voorhoofd en keek toe hoe ze met haar schetsblok onder haar arm in de gele schoolbus stapte. Toen het lunchtijd was, trilde mijn telefoon met een nummer dat ik niet herkende – toen belde de politie, toen de schooldirecteur, en toen werd alles wazig.
Mevrouw Harrington, Emily’s lerares, had gemerkt dat Emily ongemakkelijk op haar stoel schoof. Terwijl ze zachtjes vroeg wat er aan de hand was, mompelde Emily dat zitten pijn deed. Daarna tekende ze een tekening. Ik heb de tekening nog steeds niet gezien, maar mevrouw Harrington beschreef hem later aan me: grove, kinderlijke lijnen die een meisje in de vorm van een stokfiguurtje voorovergebogen lieten zien, met iets wat leek op een oudere mannelijke figuur achter haar. De lerares belde onmiddellijk 112.
Toen ik bij het schoolkantoor aankwam, werd ik niet alleen door de directeur begroet, maar ook door twee agenten in uniform.
Mijn knieën begaven het bijna. Mijn gezin was al kwetsbaar. Mijn man, Mark, en ik waren gescheiden, en mijn dochter Emily bracht tijd door met mijn broer Daniel, die vaak op de kinderen paste terwijl ik late diensten in het ziekenhuis draaide. Ik zag de agenten blikken uitwisselen toen ze naar Emily’s oom vroegen.
Binnen een paar uur werd mijn jongere broer Daniel ondervraagd. Daniel, verbijsterd en met rode ogen, hield vol dat hij Emily nooit had aangeraakt. Hij was de betrouwbare geweest, een leuke oom, de man die Emily meenam naar ijssalons en haar tot laat liet opblijven om Pixar-films te kijken. Maar toen de politie hem onder druk zette, trok mijn borst samen van twijfel. Wat als ik blind was geweest? Wat als de mensen die ik het meest vertrouwde tot ondenkbare dingen in staat waren?