Deze ochtend begon zoals elke andere. Ik ging naar de badkamer om mijn gezicht te wassen, half wakker en denkend aan het ontbijt. Maar zodra ik de wc-bril optilde, kreeg ik geen adem meer. Er lag iets donkers op de bodem van de pot.
Eerst dacht ik dat er misschien iets in was gevallen – een borstel, een flessendop, wie weet. Maar toen… bewoog het.😨
Ik verstijfde. Een paar seconden staarde ik alleen maar, terwijl ik probeerde te begrijpen wat ik zag. De beweging was traag, bijna sierlijk, alsof er iets zachtjes van onder het water vandaan duwde. En toen drong het tot me door: waar ik naar keek was helemaal geen object.
Toen het oppervlak rimpelde, ving ik een glimp op van donkere, glimmende schubben. Toen besefte ik: er zat een slang in mijn toilet.
Mijn hart sloeg over. Ik sloeg snel het deksel dicht, bang dat het eruit zou kruipen, en greep mijn kinderen zonder na te denken. We renden naar buiten en lieten de deur wagenwijd openstaan.