Er heerste stilte in de woning, slechts licht verstoord door het zachte geluid van de hoofdklok in de gangen.
Haar taken waren simpel: schoonmaken, af en toe koken en mevrouw Delaney, de huishoudster, helpen met alle noodzakelijke klusjes. De baby, Lily Blake, werd verzorgd door haar vader, Nathaniel, samen met een reeks primaire nanny’s. De laatste tijd namen de nanny’s één voor één ontslag, klagend over het onophoudelijke gejammer van de baby, zijn weigering om te slapen en het overdreven oordeel van zijn vader.
Die specifieke nacht hield het gehuil urenlang aan. Maya was niet in de kinderkamer, maar ze kon zich niet storen aan het aanhoudende gehuil van binnenuit.
Ze ging stilletjes naar binnen, haar hart kromp ineen bij de aanblik van Lily in haar bedje. Ze sloeg met haar vuistjes, haar gezicht was nat van de vochtigheid en ze hapte naar adem tussen het geschreeuw door.
Alleen in illustraties.
« Stil maar, schat, » fluisterde Maya, terwijl ze de baby droeg. Lily had het warm en rilde, haar hoofd rustend op het draadloze apparaat dat waarschijnlijk jouw ware toevluchtsoord is.
Maya zat op het kleedje, wiegde zachtjes en neuriede een slaapliedje dat ze al jaren niet meer had gezongen. Geleidelijk aan werden de baby’s gehuiltjes zwakker. Binnen enkele minuten werd Lily’s gehuil hees en diep. Maya’s zwangerschap putte haar uit, maar de bevrijding van het neerleggen van de baby gaf haar een gevoel van welzijn.
Ze lag op het tapijt, Lily op haar borst, beiden verzonken in het zachte ritme van elkaars ademhaling. Op dat vredige moment viel Maya in slaap.
Tenzij ze direct na elkaar optreden, is er geen sprake van een onmiddellijk effect.
« Wat ben je in godsnaam aan het doen? »