Je hebt niets bereikt, » zei mijn man altijd tegen me. Maar hij wist niet dat zijn nieuwe CEO mijn zoon uit een eerder huwelijk was…
« Het shirt! Wit! Had je dat nou echt niet geraden? »
Rodolfo’s stem sneed door de ochtendstilte als een scherpe sneer.
Hij stond midden in de woonkamer, woest de knoop van zijn duurste stropdas recht te trekken en keek me aan alsof ik een hersenloos dienstmeisje was.
« Vandaag introduceren ze de nieuwe CEO. Ik moet eruit zien als een man uit de miljoenen. »
Zonder een woord gaf ik hem de hanger met een smetteloos gestreken wit overhemd. Hij griste het uit mijn handen alsof ik zijn kostbare tijd stal. Rodolfo was nerveus en op die momenten werd hij een mengeling van venijn en passief-agressiviteit.
« Ze zeggen dat de nieuwkomer een kind is. En toch is hij al CEO. Zijn achternaam is De la Vega. »
Mijn vingers bleven even op de handgreep van de koffiepot rusten. De la Vega. De achternaam van mijn eerste echtgenoot. De achternaam van mijn zoon.
« Je kunt het niet begrijpen, » vervolgde Rodolfo, terwijl hij naar zijn eigen spiegelbeeld in de spiegelkastdeuren keek. « Je bent gewoon een moederkloek, altijd thuis, in je comfortabele vijver. Je hebt er nooit van gedroomd om iets te bereiken. »