Vijf lange jaren bracht ik meer tijd door aan het ziekenhuisbed van mijn vrouw dan aan mijn eigen bed. Ik gaf haar met een lepeltje te eten, verschoonde haar verband en veegde elke zweetdruppel van haar lichaam. Mensen noemden me dom, maar ik geloofde in de heilige band van het huwelijk. Tot ik op een middag mijn tas thuis liet en eerder thuiskwam dan normaal. Op het moment dat ik de deur van onze kamer opende… bevroor ik. De wereld die ik jarenlang had beschermd, stortte in één klap in.
Esteban, een man van in de dertig, had een slank maar sterk postuur en een gezicht dat ouder leek dan hij was.
Hij woonde met zijn vrouw Sofía in een bescheiden huis met één verdieping aan de rand van Guadalajara.
Ze waren allebei basisschoolleraar en leidden een rustig en eenvoudig leven. Ze waren niet rijk, maar wel tevreden.
Hun liefdesverhaal werd door velen in hun omgeving bewonderd.
Op een wintermiddag sloeg het noodlot toe.
Sofía raakte betrokken bij een auto-ongeluk toen ze de markt verliet om boodschappen te doen voor de Dag van de Doden.
Door een verwonding aan haar ruggengraat raakte ze vanaf haar middel verlamd.