zou je dat dan doen? »
Ik keek naar onze zoon die op een giraffe kauwde, naar onze keuken met een kokende pot, naar een vloer die gedweild moest worden en naar een leven dat me paste als een zachte trui. « Nee, » zei ik uiteindelijk. « Het brak me. Het maakte ruimte. »
Niet lang daarna kreeg ik een brief doorgestuurd van het adres van mijn vader: een oproep tot getuigenverklaring voor een civiele rechtszaak tegen Nathan, die nu tot zijn knieën in de financiële problemen zat. Hij was dun en onpersoonlijk. Ik legde hem op het aanrecht en zette thee. « Moet je reageren? » vroeg Zachary.
« Dat zal ik doen, » zei ik, en later deed ik dat ook, met feiten en data en de toon van een vrouw die ervoor wil zorgen dat andere vrouwen niet in de gaten vallen waar zij zelf uit is geklommen.
Op de sterfdag van mijn moeder reden we naar Boston. We bezochten haar graf met bloemen en een briefje onder een steen – Hij lacht net als jij. Mijn vader vertelde verhalen. Stephanie bracht weer cannoli mee – deze keer, denk ik, expres, want sommige rituelen herstellen zichzelf. Na afloop lachten we in de keuken, waar mijn moeder ons leerde eiwitten voorzichtig te spatelen. « Om de lucht erin te houden, » had ze gezegd, terwijl ze op de kom tikte. Ik begreep toen nog niet dat ze ons meer leerde dan alleen bakken.
Het pad dat me hierheen heeft geleid, is niet het pad dat ik zelf zou hebben gekozen. Maar ik weet niet zeker of ik het nu zou veranderen. Nathan verliezen voelde als het einde van het boek. Het bleek de lege pagina te zijn voor een beter hoofdstuk. Met Zachary vond ik een partnerschap. Met mijn vader vond ik zachtere vormen van kracht. Met mijn zus vond ik het begin van iets eerlijkers. Met mezelf vond ik een ruggengraat waarvan ik niet wist dat ik die had.
Soms zit ik in Elias’ kamer en kijk ik hoe Zachary hem een vreselijke klopklopgrap vertelt. Ik denk aan mijn jongere zelf, opgerold op de badkamervloer, in de veronderstelling dat ze misschien nooit meer opstaat. Ik wou dat ik haar kon vertellen wat ik nu weet: pijn heeft niet het laatste woord. Verraad mag je naam niet bepalen. Je kunt je beloftes aan de doden nakomen en toch stralende, wilde beloftes doen aan de levenden.
Ik beloofde mijn moeder vrede. Ik beloofde mezelf een leven. Ik beloofde mijn zoon dat ik hem zou leren hoe hij er een moest bouwen. En ik beloofde mijn man dat we, ongeacht welke geesten er aan onze deur kloppen, samen zullen antwoorden.
Heb je ooit een verlies meegemaakt dat je uiteindelijk ergens beter bracht? Zo ja, dan weet je het al: de donkerste hoofdstukken bepalen niet hoe je boek eindigt.
EINDE!