Stapsgewijze instructies
1. Bereid de fles voor
Begin met een schone plastic fles. Was deze grondig van binnen en van buiten om vuil, resten en geurtjes te verwijderen. Zo voorkom je dat er meer verontreinigingen in je gefilterde water terechtkomen.
Snijd de fles doormidden. De bovenste helft wordt het hoofdfilter en de onderste helft fungeert als container voor je gefilterde water.
2. Filtergaten creëren
Maak met een soldeerbout of een verhitte metalen staaf drie tot vijf kleine gaatjes in de dop van de fles. Hier kan het gefilterde water doorheen druppelen. Zorg ervoor dat de gaatjes klein genoeg zijn om de filterlagen op hun plaats te houden, maar groot genoeg om het water er langzaam doorheen te laten stromen.
Je kunt ook een paar kleine gaatjes aan de zijkanten van de fles maken om de luchtstroom te bevorderen en zo de filtratiesnelheid te verbeteren.
3. Bouw de filtratielagen
De volgorde en voorbereiding van elke laag zijn essentieel voor een effectief filter.
Onderste laag – Katoen:
Plaats een laag katoen direct boven de gaten in de dop. Dit fungeert als laatste bescherming en vangt fijne deeltjes op voordat het water het filter verlaat. Druk het zachtjes aan – stevig genoeg om op zijn plaats te blijven, maar los genoeg om water door te laten.
Tweede laag – Houtskool:
Kook de houtskool van tevoren om stof, vuil en schadelijke stoffen te verwijderen. Verpulver de houtskool vervolgens tot kleine stukjes – niet poederachtig, maar klein genoeg om het oppervlak te vergroten. Houtskool absorbeert onzuiverheden, geuren en chemicaliën uit het water.
Derde laag – Schoon zand:
Voeg een laag fijn, schoon zand toe. Dit vangt kleinere deeltjes op en zorgt ervoor dat het water gelijkmatig door het filter stroomt.
Vierde laag – Extra houtskool:
Voeg nog een laag houtskool toe om de zuiveringsefficiëntie te verhogen en een extra veiligheidsbarrière te creëren.
Vijfde laag – Bovenste zandlaag:
Leg er nog een laag schoon zand bovenop. Dit voorkomt verschuiven van de houtskool en fungeert als eerste filter voor fijner vuil.
Zesde laag – Grind of kleine kiezels:
Bedek alles met een laag schoon grind. Dit voorkomt dat bladeren, takjes en grover vuil in het filter terechtkomen en zorgt tegelijkertijd voor een gelijkmatige waterstroom over de zandlaag.

4. Uw filter testen
Plaats de bovenste helft van de fles (waar nu het filter zit) ondersteboven in de onderste helft of in een andere schone bak.
Giet het vuile water langzaam over de grindlaag en kijk hoe het door elke filterfase stroomt. Het katoen onderin vangt de laatste restjes sediment op voordat het water in de bak eronder druppelt.
Hoewel het gefilterde water er misschien niet uitziet als flessenwater, is het duidelijk helderder en bevat het vrijwel geen zichtbare resten.