dat de suiker gelijkmatig smelt.
Wanneer de suiker een goudbruine kleur krijgt (maar niet verbrand is), giet je snel de karamel in de bodem van de taartvorm en bestrijk je de hele bodem er goed mee. Pas op dat je je niet verbrandt: hete karamel is erg gevaarlijk. Laat het afkoelen en hard worden terwijl je de flan klaarmaakt. 2. Het cakebeslag
klaarmaken Klop in een grote kom de eieren met de suiker tot een glad mengsel, zonder schuim. Voeg vervolgens de melk en het vanille-extract toe en roer voorzichtig. Het is belangrijk dat het mengsel niet te veel schuim vormt, zodat de flan glad en zonder belletjes wordt. 3. Het mengsel gieten : Giet het mengsel in de pan met de uitgeharde karamel. Indien gewenst, kun je het mengsel door een zeef zeven om een fijnere textuur te verkrijgen. 4. Bain-marie bakken Plaats de pan in een grote kom met heet water (bain-marie) en plaats deze in een voorverwarmde oven op 160°C-170°C gedurende ongeveer 50 tot 60 minuten. De flan is gaar wanneer een tandenstoker of mes er schoon uitkomt als u deze in de flan steekt.
5. Laat afkoelen en haal uit de vorm.
Haal uit de oven en laat afkoelen tot kamertemperatuur. Zet de vorm vervolgens minstens 4 uur in de koelkast (bij voorkeur een nacht).
Haal de vorm uit de vorm door met een mes langs de randen te gaan, een bord op de vorm te leggen en de vorm voorzichtig om te keren. De karamel zal eruit lopen en de flan bedekken.
Gebruik
volle melk voor een romigere flan.
Wil je een intensere smaak? Voeg dan een kaneelstokje of citroenschil toe aan de warme melk voordat je de flan met de eieren mengt.
Gebruik voor een stevigere textuur 5 eieren in plaats van 4. Voor een zachtere, romigere flan kun je er 3 gebruiken.
Als de karamel te snel hard wordt wanneer u deze in de pan giet, kunt u deze een paar seconden op het fornuis verwarmen om hem vloeibaarder te maken.