« Mama, kijk! » Deborah straalde en keek hen aan. « Ik heb drie nieuwe vrienden. »
Naomi’s keel werd dichtgeknepen. Het waren niet zomaar vrienden. Voor het eerst voelde de Carter-masio als een thuis.
Terwijl de drieling hun kleine armpjes om haar heen sloeg en fluisterde: « Laat ons nooit alleen, mama Naomi », besefte ze dat ze alles moest doen wat ze kon.
Ze had niet alleen drie wilde kinderen getemd.
Ze had ze ook hun jeugd teruggegeven.