De man op wie ze verliefd was, sprak over het nemen van het leven van hun kind alsof het een zakelijke beslissing was. Op dat moment begreep Isabelle het: hij zag haar niet langer als partner, maar als een obstakel.
Die avond, terwijl hij « op zakenreis » was, pakte ze een koffer in, deed haar trouwring af en liet een briefje achter: « Ik zal niemand smeken om van mij of ons kind te houden. Kom ons niet zoeken. »
De busreis duurde veertien uur. Uitgeput, misselijk en bijna failliet, arriveerde ze in een nieuwe stad. Werk vinden als zwangere vrouw bleek vrijwel onmogelijk – totdat mevrouw Elena Tan, eigenaresse van een klein cateringbedrijf, haar een baan en een kamer boven de keuken aanbood.
« Ik was vroeger een alleenstaande moeder, » vertelde mevrouw Tan haar. « Kracht vind je niet, die bouw je op, dag voor dag. »
Het werk was zwaar, maar het gaf Isabelle een doel. Ze verbeterde voedselveiligheidssystemen, beheerde leveranciers en werd al snel de vertrouwde rechterhand van mevrouw Tan.

Een paar maanden later beviel ze van een tweelingmeisjes: Sophie en Luna – haar tweelingbroers vol wijsheid en hoop.
Het moederschap was veeleisend, maar het maakte haar ook energiek. Door de jaren heen spaarde ze genoeg om haar eigen restaurant, Bella’s Kitchen , te openen , waar ze gezonde en voedzame gerechten serveert.
Ze nam vrouwen in dienst die een tweede kans nodig hadden: alleenstaande moeders, studenten en mensen die hun leven weer op wilden bouwen.
Zeven jaar gingen voorbij in een oogwenk, gevuld met werk en gelach. Haar dochters groeiden op tot slimme, meertalige meisjes die na schooltijd in het restaurant hielpen. Het leven was niet luxueus, maar wel bevredigend – vol vrede, trots en liefde.
Op een decemberavond zag ze Marc weer – in een televisieprogramma over succesvolle medische ondernemers. Hij zag er zelfverzekerd, elegant en volkomen blanco uit tegenover Clarisse, die nu zijn vrouw was.
Haar dochters merkten haar stilte op.