Mijn hart brak toen ik besefte dat het liefdesbrieven waren, de brieven die we uitwisselden toen elk woord aanvoelde als een belofte voor de eeuwigheid. Ik pakte er voorzichtig een uit en vouwde hem open. Het vertrouwde handschrift bracht herinneringen terug. De woorden waren gevuld met hoop en dromen – dromen over reizen over de wereld, over het opbouwen van een leven samen, over altijd bij elkaar zijn. Ik las het door tranen heen, elke brief herinnerde me aan de liefde die ooit tussen ons brandde.
En onder die letters, onderin de doos, lag nog iets anders: een klein fluwelen zakje. Tot mijn verbazing zat daarin de ketting die Héctor me voor onze eerste trouwdag had gegeven. Ik dacht dat ik hem jaren geleden kwijt was, maar daar lag hij: een klein saffieren hangertje dat zwakjes glinsterde in het schemerige licht van mijn kamer.