Hij vertelde over het leven dat ik hem gaf: ruimteschippannenkoeken, koortsachtige nachten en onwankelbare liefde.
Voor het eerst in zijn leven koos Max mij.

Niet omdat ik hem ter wereld heb gebracht, maar omdat ik ben gebleven.
Ik was er bij elke traan en triomf, en voor hem maakte dat mij tot zijn moeder. Macy, overstuur, vroeg of ze contact mocht houden.
We waren het erover eens dat we er ooit over zouden praten, maar niet vandaag.
Er veranderde iets thuis. Max begon me voor te stellen als zijn moeder.
Hij glimlachte nog breder. Hij omhelsde me nog steviger. Op een avond fluisterde hij: « Je hoefde niet van me te houden, maar dat deed je wel. Echt waar. »
De muur die hij ooit had gebouwd, begon steen voor steen af te brokkelen.
En terwijl ik hem instopte, besefte ik iets heel belangrijks: moederschap wordt niet bepaald door bloedbanden. Het wordt bepaald door aanwezigheid, door de stille beslissing om elke dag bij hem te zijn en onvoorwaardelijk van hem te houden.
Dit maakte ons tot een gezin.