Toen mijn grootvader overleed, probeerden mijn familieleden hun deel van zijn nalatenschap te bemachtigen. Maar terwijl zij geld zagen, hield ik vast aan iets veel duurzamers: onze band.
Wat begon als rustige weekendjes samen, zou uiteindelijk de rest van mijn leven bepalen. Het leerde me dat het bij je nalatenschap niet gaat om wat je achterlaat, maar om wat je ermee opbouwt.
Ik was 20 en was de jongste van acht kleinkinderen toen opa Thomas overleed.

Terwijl de anderen gefixeerd waren op wat ze zouden erven, klampte ik me vast aan de weekenden die we samen doorbrachten: schaakpartijen, gezamenlijke maaltijden en diepe gesprekken over zijn leven.