Mijn eigen kinderen, voor wie we ons hele leven hebben gewerkt, lieten ons achter op een verlaten snelweg.
Mijn man Manuel en ik bleven daar achter, onder de genadeloze zon, en keken toe hoe de luxe auto waarin ze wegreden achter de horizon verdween. « Je bent een last die we niet langer kunnen dragen, » riepen ze voordat ze ons verlieten.
Ze wisten niet dat Manuels versleten zak een geheim bevatte dat ons lot kon veranderen en ons kon vernietigen. Maar voordat ik je vertel hoe die envelop tevoorschijn kwam en het hele verhaal op zijn kop zette, moet ik even terug in de tijd. Ik wil dat je begrijpt hoe het allemaal begon. Het was een gewone donderdag. Ik zat in de keuken koffie te zetten, net zoals ik al meer dan 40 jaar elke ochtend had gedaan.
Op mijn 71e waren mijn handen niet meer vast, maar ik kon nog steeds eieren bakken en de drank inschenken die Manuel altijd de beste ter wereld vond. Maar die ochtend voelde ik een zware stilte in de lucht. De stilte die voorafgaat aan een storm. Laura, mijn oudste dochter, was de eerste die verscheen. Ze kwam de keuken binnen, fronsend, nog steeds in zijn badjas.
« Mam, hoeveel eieren bak je? » vroeg ze, alsof het een misdaad was. « Vier, mijn dochter, één voor ieder van ons. » Ze zuchtte geërgerd en gooide een stapel papieren, rekeningen, facturen en Manuels recepten op tafel.
« 10 dollar per maand voor medicijnen. Weet je wel hoeveel dit mijn budget ruïneert? »
Ik kon geen antwoord geven. Ik voelde de woorden in mijn keel steken. Op dat moment kwam Manuel langzaam binnen, leunend tegen de muur. Zijn zachte stem verbrak de spanning.