Kook de aardappelen in een pan gevuld met gezouten water gedurende 20 minuten.
Schil ze vervolgens en snijd ze in plakjes.
Verhit een beetje melk in een pan en verdun het maizena.
Voeg de rest van de melk, het snufje nootmuskaat, zout en peper toe en kook al roerend tot de bechamel dikker wordt.
Pel de garnalen en verwijder vervolgens de zwarte draad.
Doe ze in een slakom, voeg de mosterd toe en meng.
In een gratinschaal de aardappelschijfjes en de garnalen afwisselend afwisselen en alles bedekken met bechamelsaus.
Bak vervolgens 20 tot 25 minuten op 180°C.