« Karen, je moet stoppen. Weet je wel met wie je praat? »
Het werd stiller in de kamer. Karen fronste verward.
« Het maakt niet uit wie hij is. Hij ziet er blut uit. Ik moet rekeningen betalen. Mensen zoals hij geven toch geen fooi. »
Dat was een verkeerde opmerking.
Een vrouw aan een tafeltje in de buurt – een gepensioneerde lerares genaamd Linda – nam het woord.
« Schaam je. Ik weet precies wie deze man is. Hij financierde het computerlokaal op onze plaatselijke middelbare school. Mijn kleinzoon heeft daar dankzij hem leren programmeren. »
Karen verstijfde. Haar gezicht werd rood, maar ze verdubbelde haar inzet. « Het kan me niet schelen of hij het Witte Huis heeft gebouwd. Als hij geen bevelen geeft, hangt hij rond. Het management zal me steunen. »
Maar Eddie schudde zijn hoofd. « Nee. Het management wil niet. » Hij draaide zich met oprecht respect naar Big Shaq om. « Meneer, vergeef haar. U bent hier altijd welkom. Laat me u alstublieft een maaltijd van het huis bezorgen. »
Shaq stak zijn hand op. « Ik heb geen gratis maaltijden nodig. Ik ben hierheen gekomen omdat ik hoorde dat dit eetcafé de beste appeltaart op dit stuk van de snelweg had. Ik was bereid om het dubbele te betalen als het de verwachtingen waarmaakte. Maar wat ik hier zie… » Hij zweeg even en liet de zwaarte van zijn woorden in de lucht hangen. « …is lelijker dan een lege maag. »
De stilte hing zwaar in de lucht. Karen schoof ongemakkelijk heen en weer, maar hield koppig haar excuses in.