Het leven gaat door.
Die avond bevindt Emma zich op het balkon van haar appartement, omringd door de stadslichten. Ze dacht aan
De vrouw die wanhopig op zoek was naar harmonie, verlangend naar geluk. Die versie van zichzelf zou zich eindeloos verontschuldigen, misschien zelfs om vergiffenis vragen. Maar de vrouw die hier nu zit, begrijpt dat vrede een stilte biedt die nooit zomaar een kamer is.
Haar telefoon trilde – een bericht van Natalie.
NATALIE: « Het nieuwe aanbod ziet er fantastisch uit. Ik kan niet geloven dat je de elementen als een pro afrondt. »
EMMA: « Het grappige van opnieuw beginnen is dat het je doodt hoe je ontsnapt. »
De telefoon was weggelegd en het apparaat werkte, scherp, maar constant boven de stadsmist. Voor het eerst betekende het woord ‘thuis’ geen plek. Vrijheid, grenzen en een rustig zelf, iemand die je waarde kent.
Een paar weken later, de laatste gescheiden vrouw, wat haar eerste appartement betreft, huilde de vrouw toen het sloot. « Je kunt dit niet alleen doen, » zei ze.
Emma was aan het gebeuren. « Je hebt het niet alleen gedaan. Je bent gewoon gestopt met wachten tot hij gebruikt werd. » Emma gaf de sleutel terug en zag haar eigen aanval op de beveiliging – precies, anders, compleet.
Later, toen ze thuiskwam, stak Emma een kaars aan en legde de sleutelhanger ernaast. Het metaal glansde in het zachte licht, een klein, rebels symbool van het leven dat ze had herwonnen.
De stad gonsde buiten en voor het eerst in jaren had ze het gevoel dat ze nergens aan kon ontsnappen.
Ze was gewoon – eindelijk – thuis.