Geelnagelsyndroom
Bij het geelnagelsyndroom worden de nagels dikker en vertraagt de nieuwe groei. Hierdoor ontstaan er gelige verkleuringen op de nagels. Een van de meest voorkomende oorzaken van gele nagels is een schimmelinfectie. Naarmate de infectie verergert, kan de onderkant van de nagel zich terugtrekken, waardoor de nagels dikker worden, afbrokkelen, geen nagelriem meer vormen en de nagel op sommige plaatsen los kan laten.
Het gelenagelsyndroom is vaak een teken van een luchtwegaandoening, zoals chronische bronchitis. Het kan ook gepaard gaan met zwelling van de handen (lymfoedeem). In zeldzame gevallen kunnen gele nagels wijzen op een ernstiger aandoening, zoals een ernstige schildklieraandoening, longziekte, diabetes of psoriasis.
Blauwe nagels
De medische term voor blauwe nagels is cyanose. Dit kan een teken zijn van verschillende aandoeningen en moet worden onderzocht. Hoewel zeer koude temperaturen de bloedtoevoer naar de huid tijdelijk kunnen vertragen, waardoor er een blauwachtige kleur ontstaat, verdwijnt deze kleur zodra u weer opwarmt. Bij de ziekte van Raynaud worden de vingers en tenen eerst wit, daarna blauw en kunnen ze gevoelloos of pijnlijk worden als ze aan kou worden blootgesteld. Het probleem is simpelweg een overgevoeligheid van de zenuwen die de bloedstroom in de kleine slagaderen in de vingers, tenen, neus en oorlellen regelen.
Groene nagels
Groene nagels zijn het gevolg van een pseudonomas-infectie, die meestal door de omgeving wordt veroorzaakt. Dat betekent dat mensen met een zwak immuunsysteem erg vatbaar zijn voor dit type nagelinfectie, waardoor de nagel vaak groen wordt.
Putjes in de nagels
Kleine deukjes of putjes in de nagels komen vaak voor bij mensen met psoriasis, een aandoening die gekenmerkt wordt door schilferige plekken op de huid.
Het kan ook verband houden met bindweefselaandoeningen, zoals het syndroom van Reiter en alopecia areata, een auto-immuunziekte die haaruitval veroorzaakt.
