Zonlicht:
Lavendel gedijt goed in de volle zon. Zorg ervoor dat uw entree minimaal 6-8 uur zonlicht per dag krijgt.
Bodem:
Gebruik goed doorlatende grond. Lavendel houdt niet van natte wortels. Zand- of leemgrond is ideaal.
Water geven:
Eenmaal gevestigd, is lavendel droogtetolerant. Geef overvloedig maar niet te vaak water en laat de grond tussen de gietbeurten uitdrogen.
Snoeien:
Snoei de planten één of twee keer per jaar terug om de groei van struiken te bevorderen en houtvorming te voorkomen.
Bemesting:
Vermijd overbemesting. Een kleine hoeveelheid compost of een lichte organische meststof in het voorjaar is meestal voldoende.
6. Ideale variëteiten voor entrees
Niet alle lavendelsoorten zijn hetzelfde. Hier zijn een paar topkeuzes om vlakbij je voordeur te kweken:
Engelse lavendel (Lavandula angustifolia)
Compact formaat
Zeer geurig
Winterhard (zones 5–9)
Het beste voor culinaire en aromatherapeutische doeleinden
Franse lavendel (Lavandula dentata)
Krullende bladeren met een lichtere geur
Minder winterhard (zones 7–10)
Geweldig voor potten en visuele aantrekkingskracht
Spaanse lavendel (Lavandula stoechas)
Opvallende ‘konijnenoren’ bovenop bloemen
Verdraagt hitte beter
Sterke geur en snelle bloei
Kies een variëteit op basis van uw klimaat, de ruimte en het gewenste uiterlijk.