In het boeddhisme worden d3ath-rituelen uitgevoerd om de ziel te helpen vredig naar de volgende staat te gaan. Het verstoren van het lichaam tijdens deze heilige periode wordt beschouwd als verstorend voor zowel de d3ad als de levenden. Evenzo wordt in bepaalde christelijke en oosters-orthodoxe tradities rouwenden geadviseerd het gezicht van de overledene niet te kussen na de laatste zegen – een symbolische erkenning dat de ziel reeds is heengegaan.
In het hindoeïsme wordt direct fysiek contact met de doden vermeden, omdat men gelooft dat het lichaam « onrein » is zodra de levenskracht het heeft verlaten. Energiegenezers interpreteren deze onreinheid niet als morele onreinheid, maar als een verandering in trilling van warmte en beweging naar stilte en verval. Het lichaam aanraken of kussen, waarschuwen ze, is deze onbalans uitnodigen in het eigen energieveld.
De emotionele en spirituele impact
Velen die een geliefde gedag hebben gekust, melden dat ze daarna een plotselinge rilling, een scherpe emotionele pijn of zelfs levendige dromen voelden. Psychologen zouden dit kunnen omschrijven als een reactie op verdriet en trauma – de manier waarop de geest verlies verwerkt. Spirituele leraren raden echter aan dat dergelijke ervaringen tekenen kunnen zijn van de energie van de ziel die een indruk achterlaat op degenen van wie ze het meest hield.
Het is niet per se schadelijk, zeggen ze, maar het kan iemand diep in verdriet storten en emotionele ontlading verhinderen. Daarom wordt in veel culturen het laatste afscheid symbolisch uitgevoerd met woorden, gebeden of bloemen in plaats van fysiek contact. Het loslaten moet spiritueel zijn, niet fysiek.