‘Jouw bruiloft,’ corrigeerde ze me, ‘heeft niets met mij te maken.’
Zijn moeder trok hem apart. “Mark, de deal… heb je geen verlenging gekregen?” Paniek klonk door in haar stem.
‘Er is geen verlenging gekomen,’ zei Helen. ‘Uw zoon wilde er niet om vragen.’
Marks gezicht kleurde rood. Niet van schaamte – hij was er niet aan gewend om zo te worden overtroffen. “Helen, dit is waanzinnig! Je hebt alles verpest!”
“Nee,” antwoordde ze. “Ik heb verwijderd wat van mij was. Deze constructie was van mij. Alle juridische documenten bevestigen dit.”
Laura, haar advocaat, arriveerde even later met een aktentas. Ze begroette iedereen met professionele neutraliteit en overhandigde Mark vervolgens een stapel documenten. “Meneer Bentley, wilt u alstublieft de opzegging van drie maanden geleden nog eens bekijken? U heeft de ontvangst bevestigd. De sleutels moesten worden teruggegeven bij een nieuw huwelijk. Mevrouw Carter heeft daar alle recht toe.”
Mark bladerde met trillende handen door de documenten. Zijn wanhoop nam toe toen hij opnieuw de lege ruimte rondkeek, alsof hij verwachtte dat er plotseling muren uit het niets zouden oprijzen.
‘Helen, waar moet ik gaan wonen?’ vroeg hij, zijn stem klonk smekend.
‘Waar je maar wilt,’ zei ze zachtjes, ‘zolang je maar begrijpt dat het nooit meer op mijn kosten zal zijn.’
Elena trok aan zijn mouw. “Mark… je zei toch dat jij de eigenaar van dit huis bent?”
Mark gaf geen antwoord. Hij kon niet.
Helen liep naar haar auto, haar hart zonk in haar schoenen. Ze keek niet achterom tot ze bij de deur was. Mark stond roerloos midden in een land dat hij niet langer beheerste. Zijn nieuwe familie keek hem aan met nieuwe vragen.
Voor het eerst in jaren had Helen het gevoel dat de grond onder haar voeten volledig van haar was.
Helen reed weg van het terrein, de wind streek over haar huid toen ze het raam opende. Ze voelde zich niet triomfantelijk. Dit was iets blijvends, iets wat ze verdiend had: een langverwachte zucht van verlichting, een ontlading van spanning die zich in de loop der jaren had opgebouwd door te moeten leren omgaan met iemand die alles als vanzelfsprekend beschouwde.
Ze stopte bij een klein café aan de rand van de stad, een plek die ze vroeger altijd had gemeden omdat Mark een hekel had aan “rustige plekken zonder specifieke bestemming”. Ze bestelde thee, ging bij het raam zitten en gunde zichzelf een moment van rust. Om haar heen praatten en lachten mensen, die hun gewone leven leidden. Voor het eerst had Helen het gevoel dat ze weer deel uitmaakte van die groep.
Haar telefoon trilde. Het bericht was van Laura. “Alles is legaal. Als hij dreigt, laat het me dan meteen weten. Maar hij zal niet winnen.”