Blondines 103,2
Brunettes 102,7
Roodharigen 101,2
Zwarte mensen 100,5
Hoewel de verschillen minimaal zijn, bewijst het onderzoek duidelijk dat haarkleur geen betrouwbare indicator is van intelligentie.
Een duidelijke conclusie
Jay Zakorsky concludeerde:
« Dit onderzoek levert overtuigend bewijs dat er geen discriminatie tegen blondines mag plaatsvinden op basis van hun intelligentie. »
Het hoofddoel van het onderzoek was niet om blondines superieur te verklaren, maar om aan te tonen hoe absurd het is om de intellectuele capaciteiten van een persoon te beoordelen op basis van criteria die zo oppervlakkig zijn als de kleur van zijn haar.
De rol van de media in het verspreiden van stereotypen.
Stereotypen over blondines worden ook versterkt door cinema en de media. Veel blonde vrouwelijke personages in filmproducties worden afgeschilderd als oppervlakkig of naïef, wat bijdraagt aan de verankering van dit geloof in het collectieve bewustzijn.
Maar deze bevooroordeelde weergave heeft ook geleid tot een culturele rivaliteit tussen blondines en brunettes. Sommigen suggereren dat deze rivaliteit voortkomt uit het idee dat blondines aantrekkelijker worden gevonden, wat brunettes ertoe zou kunnen hebben aangezet om zichzelf intelligenter te noemen.