« Ale, wees niet boos op je vader. Hij praat gewoon. Hij geeft om Lucía. »
« Mam, je hebt €1.000 opgenomen zonder toestemming. »
« Wat bedoel je met ‘van jou’, zoon? We zijn familie. Is het geluk van je zus in geld uit te drukken? Ze straalt, zo opgewonden. »
« Mam, ik heb drie jaar gespaard. Ik heb twee banen gehad. »
« En je hebt het juiste gedaan; je bent een man. Lucía is een meisje; ze wil haar sprookje. Je wilt toch niet dat ze een slechtere bruiloft krijgt dan die van haar vriendinnen? »
Zijn moeder wist hoe ze de schuld moest geven. « Jij bent de oudste. Je bent het jezelf verschuldigd. »
Het gesprek leidde, zoals altijd, tot niets.
De volgende dag verscheen Lucía zelf voor de deur van hun gehuurde appartement met één slaapkamer, vergezeld door Javier.
Ze ging naar binnen zonder toestemming te vragen, keek de eenvoudige kamer rond en tuitte haar lippen.
“Oh, Ale, woon je nog steeds in dit hol?”
Javier, een robuuste jongeman, wiebelde ongemakkelijk van het ene been op het andere.
« Lucia, misschien moet je niet zo praten… » mompelde hij.
« Zou ik dat niet moeten doen? Ik vertel de waarheid! Kom binnen. »
Voorzichtig haalde ze een uitgeprint vel papier uit haar tas. « Uitgavenbegroting. » Het bedrag onderaan: € 22.000.
« Lucia, ik kan niet. Dat is alles. Ik heb geen geld meer. »
« Wat bedoel je, heb je er geen? Je werkt. Je vraagt een lening aan. Papa zei dat ze die goedkeuren. »
« Javier, wat vind jij ervan? » vroeg Alejandro, hem recht aankijkend. « Vind je het normaal dat een andere man je bruiloft betaalt? »
Javier bloosde en sloeg zijn ogen neer.