Dan heb ik het daar, maar ik weet niet wat ik ermee moet doen. Het was een kleine camera waarop het schuine dak zat, een enkel raam dat uitkeek op de straat. Voordat ik de waarheid van hun leven ken, kom ik vanuit mijn hart de deur van het huis binnen. De zolder had iets bijzonders, maar wat het niet had, was verwarming. Ondertussen hadden we een warme winterjas. I de trap naar boven liep, voelde je meteen de kou op je huid.
‘s Winters was het contrast groot. Beneden in de woonkamer was heerlijk warm dankzij de kolenkachel, waar mijn ouders en wij kinderen samenkwamen om de dag af te sluiten. De warmte van de kolen verspreidde zich door de ruimte, en de geur van brandend vuur maakte het extra gezellig. En je kunt niets zeggen en je kunt dat doen. De kou was bijtend, vooral tijdens de sterke winters.