De behandeling varieert afhankelijk van het type trombose. Als de trombose zich in de onderste ledematen bevindt, bestaat de behandeling uit injecties met antistollingsmiddelen en medicijnen om de pijn te verlichten. Als de laesie diep is, injecteren artsen dagelijks bloedverdunners om te voorkomen dat het stolsel zich verspreidt. Bij ernstige obstructie kunnen fibrinolytica worden voorgeschreven om het stolsel op te lossen. Om complicaties te voorkomen, wordt aangeraden om gedurende twee jaar steunkousen te dragen. Als het stolsel in de diepe aderen terechtkomt en een risico op longembolie oplevert, kan het nodig zijn een vena cava-filter te plaatsen.
Hoe wordt arteriële trombose behandeld?
De behandeling van arteriële trombose is afhankelijk van de locatie. Bij een arteriële obstructie is een snelle interventie noodzakelijk om de slagader te deblokkeren en de werking van de vitale organen te behouden. Als trombose tot een infarct leidt, wordt fibrinolytisch serum toegediend om de obstructie op te heffen. Bij een beroerte wordt een soortgelijke behandeling ingezet.
Hoe voorkom je veneuze trombose?