Tramadol® is een morfinederivaat en kan verslavend werken, vooral bij langdurige behandeling of bij toediening in hoge doseringen. Het risico op verslaving varieert ook afhankelijk van de individuele omstandigheden: sommige patiënten zijn er gevoeliger voor dan anderen.
Verslaving uit zich door zweten, trillingen, koude rillingen, pijn en hartkloppingen.
Wat moet ik doen? Om verslaving te voorkomen, wordt aanbevolen om bij langdurig gebruik van Tramadol® de dagelijkse dosis geleidelijk te verlagen. Psychologische ondersteuning kan ook nuttig zijn tijdens het afkicken.
Verslaving kan ook worden voorkomen door de dosering te verlagen zodra de pijn minder hevig wordt. Dit helpt ook om gewenning te voorkomen.
Gevaarlijke geneesmiddelinteracties met Tramadol
Het combineren van Tramadol® met andere medicijnen kan riskant zijn. Het is van groot belang dat u controleert op mogelijke interacties met andere lopende behandelingen of een zorgverlener raadpleegt.
Tot de verenigingen die u moet vermijden behoren:
Tramadol® en kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen of andere pijnstillers zoals morfine of codeïne: risico op verhoogde slaperigheid en flauwtegevoelens.
Tramadol® en anticoagulantia: risico op bloedingen.
Tramadol® en serotonerge medicijnen, zoals SSRI-antidepressiva (Prozac®, Serolex®, enz.) of MAO-remmers: risico op serotoninesyndroom, een ernstige aandoening die gekenmerkt wordt door diarree, zweten, koorts, trillingen, verwardheid en in extreme gevallen coma.
Wat te doen bij een overdosis Tramadol?