1. Bereid het biscuitgebak:
Verwarm de oven voor op 180°C.
Scheid het eiwit van de eidooiers. Klop de eiwitten stijf met een snufje zout.
Klop de eierdooiers met de suiker tot het mengsel bleek en schuimig wordt. Voeg de gezeefde bloem en gist toe (en oploskoffie als je een licht gearomatiseerd koekje wilt).
Meng de eiwitten voorzichtig door het eigeelmengsel.
Verdeel dit deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en vorm een rechthoek van ongeveer 30×20 cm.
Bak ongeveer 10 minuten, tot het koekje goudbruin is. Laat afkoelen.
2. Bereid de mascarponecrème:
Klop in een grote kom de koude hele vloeibare room tot een stevige slagroom ontstaat.
Klop in een andere kom de mascarpone met de poedersuiker, vanillesuiker en rum (indien gebruikt).
Meng de slagroom voorzichtig met een spatel door de mascarpone, zodat een lichte en luchtige crème ontstaat.
Voeg als laatste de gekoelde sterke koffie toe om een tiramisu-smaak aan de room te geven.
3. Bereid de weeksiroop:
Breng het water en de suiker in een kleine pan aan de kook om de suiker op te lossen.
Haal van het vuur en voeg de koffie en rum toe. Laat afkoelen.
4. Montage van de stam:
Snij het afgekoelde koekje in twee of drie delen, afhankelijk van de grootte van je blokvorm.
Week elk deel van het koekje met de koffiesiroop (niet te veel om het koekje niet drassig te maken).
Smeer op elk geweekt koekje een royale laag mascarponecrème.
Rol elk plakje voorzichtig op zichzelf tot een rol.
Schik de rollen in een boomstamvorm en lijn ze goed uit.
Lees meer op de volgende pagina