Bonustip: de juiste consistentie
Het doel is zachte boter, niet gesmolten boter. Je moet je vinger in de boter kunnen steken en een afdruk achterlaten, maar de boter mag niet vettig of te vloeibaar zijn. Als het te zacht is of begint te smelten, ben je te ver gegaan en kan dit je kookresultaten beïnvloeden.
Voor de meeste recepten moet de boter op kamertemperatuur zijn, rond de 18°C (65°F). Deze methode geeft je diezelfde zachte consistentie in een fractie van de tijd.
Andere manieren om boter zacht te maken (als je weinig tijd hebt!):
Hoewel de glasmethode de favoriet is van veel bakkers, zijn er nog een paar andere trucs die je kunt gebruiken als je in de problemen zit:
Magnetron (op laag vuur): Als je echt weinig tijd hebt, kun je de boter met tussenpozen van 5-10 seconden op laag vuur in de magnetron zetten. Houd het goed in de gaten, zodat het niet smelt.