« Wat bedoel je met vanavond, Daniel? »
Hij glimlachte slechts flauwtjes:
“Het duurt niet lang meer, ik ben zo terug.”
Hij trok zijn jas aan en vertrok. De bruidskamer stond vol met rozen en geurkaarsen, maar was vreemd genoeg ook leeg.
Ik zat stil, keek naar het halfopen raam en luisterde naar het verre geluid van het verkeer in New York – de stad die nooit slaapt – en mijn hart voelde koud aan.
Er gingen drie uur voorbij.
Geen sms’jes, geen telefoontjes.
Ik viel moe in slaap en toen ik mijn ogen opendeed, zag ik Daniel bij het raam zitten, met een halfopgebrande sigaret in zijn hand.
« Wat is er? » vroeg ik met trillende stem.
Daniel keek mij aan, zijn ogen vulden zich met iets zwaars.
« Sophia… ik moet je de waarheid vertellen. Vanavond… heb ik mijn ex ontmoet. »
Ik was verbijsterd.
Hij vervolgde: