Op de derde dag stelde Claire voor om dieper te graven. Met haar ziekenhuispas raadpleegde ze openbare medische dossiers en zocht ze naar Dr. Cooper. Daar ontdekten ze het: een zaak van zes jaar eerder wegens medische nalatigheid, die in stilte was geseponeerd en waarbij een andere aanstaande moeder betrokken was. Het rapport bevatte weinig details, maar de klacht beweerde dat de vader van de baby mishandeld was – en dat Dr. Cooper het misbruik tijdens de prenatale consulten had ontdekt.
Emma’s maag draaide zich om. Haar gedachten keerden terug naar de echo, naar die griezelige, littekenachtige schaduw. Zou het door een externe kracht kunnen zijn veroorzaakt – Michaels hand die te hard drukte terwijl niemand keek?
De herinneringen kwamen terug: hoe hij erop stond haar buik te wrijven ‘zodat de baby dichtbij zou voelen’, de blauwe plekken die ze toeschreef aan onhandigheid, de nacht dat ze wakker werd van zijn gemompel in haar buik, zijn greep veel ruwer dan nodig was.
Ze had het toen niet willen zien. Nu kon ze het niet meer ongedaan maken.
Claire drong er bij haar op aan om met een maatschappelijk werker van het ziekenhuis te praten. De vrouw legde uit dat prenataal misbruik niet altijd duidelijke sporen achterliet, maar dat artsen soms waarschuwingssignalen zagen – blauwe plekken, foetale nood, zelfs echografische indicatoren van abnormale druk.
Toen Emma de waarschuwing van Dr. Cooper ter sprake bracht, knikte de maatschappelijk werker plechtig. « Hij heeft eerder vrouwen beschermd. Hij herkende de signalen waarschijnlijk weer. »
Emma huilde. Het verraad voelde ondraaglijk, maar de gedachte aan teruggaan ook.
Die nacht beantwoordde ze eindelijk Michaels telefoontje. Ze vertelde hem dat ze veilig was, maar dat ze ruimte nodig had. Zijn toon veranderde onmiddellijk, er klonk ijzige ruis in zijn stem.
« Wie heeft je hoofd vol met leugens gestopt? Denk je dat je er zomaar met mijn kind vandoor kunt gaan? »
Haar bloed stolde. Mijn kind, zei hij, niet ons kind.
Claire pakte de telefoon en hing op. Vervolgens hielp ze Emma de politie te bellen om een contactverbod aan te vragen.
De volgende ochtend begeleidden agenten Emma om wat spullen uit het huis te halen. Michael was weg, maar de kinderkamer sprak boekdelen: rijen babyboekjes stonden op de planken – maar er zat ook een slot op. Niet aan de buitenkant, maar aan de binnenkant van de deur van de kinderkamer. Een slot dat alleen vanuit de gang te bedienen was.
Emma deed een stap achteruit, haar maag voelde misselijkheid opkomen.
Het ging niet alleen om controle. Het ging om opsluiting.
De weken die volgden, vermengden zich met een stortvloed aan rechtszittingen, politieaangiften en nachten vol tranen. Michael ontkende elke beschuldiging en schilderde Emma af als irrationeel en gemanipuleerd. Maar de waarheid stapelde zich op: foto’s van haar verwondingen, Claires getuigenverklaring en het vernietigende slot op de kinderkamer.
Een rechter vaardigde een permanent contactverbod uit. Michael mocht wettelijk niet in de buurt van Emma of hun baby komen.