De oude man keek naar de auto’s; een van de chauffeurs stapte uit en opende een deur.
Op de zijkant van het voertuig stond het logo van de “Lam Gia Group” gegraveerd, het grootste bedrijf van het land.
Iedereen was verbijsterd.
« Mijn God… die jongen is de enige kleinzoon van president Lam! » mompelden de buren.
De oude man liep naar mijn zoon toe, pakte zijn hand en zei, door tranen heen:
« Vanaf vandaag, zoon, hoef je niet meer te lijden. Je bent vlees en bloed van de familie Lâm. »
Ik stond daar maar, huilend, en voelde hoe de last van al die jaren begon te vervagen.
De ogen van de buren, die mij ooit hadden veracht, bogen zich nu in schaamte.
Sommigen knielden zelfs en smeekten mij om vergeving.
Epiloog
Toen mijn zoon en ik het dorp verlieten, begon het weer te regenen, net als tien jaar geleden.
Maar deze keer zag ik het niet langer als een vloek.
Nu weet ik dat, ook al veracht de wereld je, als je trouw en sterk blijft, de waarheid altijd aan het licht zal komen.
Ik, de moeder die ooit door iedereen werd bespot, loop nu met opgeheven hoofd, de hand van mijn zoon vasthoudend en met een vredige glimlach op mijn lippen.