Familiegeschiedenis: Mensen met een familiegeschiedenis van alvleesklierkanker of genetische mutaties, zoals die waarbij de BRCA1- en BRCA2-genen betrokken zijn, lopen een hoger risico.
Roken: Rokers hebben tot drie keer meer kans om deze ziekte te ontwikkelen dan niet-rokers.
Obesitas: Een hoge Body Mass Index (BMI) wordt geassocieerd met een verhoogd risico op alvleesklierkanker.
Diabetes: Plotseling optredende diabetes type 2 bij volwassenen kan een waarschuwingssignaal zijn.
Blootstelling aan chemicaliën: Contact met pesticiden en industriële producten kan het risico verhogen.
Overmatig alcoholgebruik: Alcoholmisbruik is in verband gebracht met chronische pancreatitis, een aandoening die het risico op alvleesklierkanker verhoogt.
Hoge leeftijd: Het risico neemt aanzienlijk toe na de leeftijd van 60 jaar.
Ongezonde voeding: Overmatige consumptie van bewerkt vlees, ultrabewerkte voedingsmiddelen en een vetrijk dieet worden geassocieerd met een verhoogd risico.
Het belang van vroege opsporing en preventie.
Gezien de agressieve aard van alvleesklierkanker is vroege opsporing cruciaal om de prognose te verbeteren. Regelmatige follow-up is cruciaal, vooral voor mensen met een verhoogd risico. Bovendien kunnen biomarkers zoals CA 19-9, hoewel ze niet doorslaggevend zijn voor een vroege diagnose, wel nuttig zijn.
