« Ik kan niet meer… »
Hij onderbrak haar snel. « Het is geen geld. Ik heb dit meegenomen. » Hij haalde een oude familiefoto tevoorschijn, daarna een versleten notitieboekje, vol met zorgvuldig opgemaakte uitgavenlijsten. Op de laatste pagina: « Spaargeld voor Anna – voor het geval ze weg moet. » Daaronder een kleine sleutel.
« Het is voor de kast van je grootouders in de schuur. Ik heb er een paar dingen in verstopt. Ik kan het niet meer veilig bewaren… »
« Pap… » mompelde ze, terwijl ze zijn hand vastgreep. « Je hebt me genoeg gegeven. Maar… wil je nog steeds in dat huis wonen? »
Robert glimlachte vermoeid. « Huis? Bedoel je die plek vol geschreeuw? Of deze kraam, vol warmte? Ik eet liever elke ochtend jouw kleefrijst. Als je me wilt, doe ik zelfs de afwas. »