5. Vorm het deeg:
Zodra het deeg is gerezen, druk je het plat om de lucht eruit te laten. Stort het op een met bloem bestoven werkblad en vorm er een rond of ovaal brood van, afhankelijk van je voorkeur. Je kunt er ook een stokbrood van maken als je dat wilt.
Leg het gevormde deeg op een met bakpapier beklede bakplaat of in een ingevette ronde of ovale bakvorm.
6. Tweede rijs:
Bedek het deeg met een doek of plasticfolie en laat het opnieuw 30-45 minuten rijzen. Deze tweede rijs zorgt ervoor dat het brood een luchtigere textuur krijgt.
7. Verwarm de oven voor:
Terwijl het deeg rijst, verwarm je de oven voor op 230 °C. Als je een pizzasteen hebt, leg die dan in de oven om voor te verwarmen, maar anders werkt een gewone bakplaat ook.
8. Bak het brood:
Zodra het deeg voor de tweede keer is gerezen, maak je een paar ondiepe inkepingen in de bovenkant van het deeg met een scherp mes of scheermesje (dit helpt het brood te rijzen tijdens het bakken). Je kunt de bovenkant ook bestrijken met een beetje olijfolie voor een goudbruine kleur.
Plaats het deeg in de voorverwarmde oven en bak het 25-30 minuten, of tot het brood goudbruin is en hol klinkt als je erop klopt. Als je een thermometer hebt, moet de kerntemperatuur van het brood ongeveer 93 °C (200 °F) zijn.
9. Afkoelen en serveren:
Laat het brood volledig afkoelen op een rooster voordat u het aansnijdt, zodat de textuur goed vastzit. Snijd het aan, serveer en geniet ervan met boter, olijfolie of je favoriete smeersel!
Tips voor succes:
Hydratatie: Als het deeg te droog of te plakkerig lijkt, voeg dan indien nodig wat extra water of bloem toe tot je de juiste consistentie hebt bereikt. Het deeg moet zacht en licht plakkerig zijn, maar niet te nat.
Knapperige textuur: Voor een knapperiger brood zet je tijdens het bakken een pannetje met water in de oven. De stoom zorgt voor een mooie, goudbruine korst.
Smaakvariaties: Voeg gerust kruiden (zoals rozemarijn of tijm) of andere smaakmakers (zoals knoflook) toe aan het deeg voor een smaakvoller brood.
Bewaren: Bewaar restjes brood in een papieren zak of broodtrommel om de korst knapperig te houden. Je kunt het ook invriezen om het langer te bewaren.