Als je vóór het jaar 2000 bent afgestudeerd, herinner je je misschien nog dat je een cursus huishoudkunde of huiswerkbegeleiding hebt gevolgd, vooral als je een meisje was. Deze lessen waren gericht op het aanleren van praktische huishoudelijke vaardigheden, die destijds als essentieel werden beschouwd voor vrouwen.
Tegenwoordig is het idee dat zowel mannen als vrouwen de verantwoordelijkheid voor het huishouden en het gezin delen veel meer geaccepteerd. Huishoudkundelessen verdwijnen echter uit het curriculum en steeds minder scholen bieden kinderen – zowel meisjes als jongens – de kans om fundamentele levensvaardigheden te leren die verder gaan dan vakken als wiskunde of geschiedenis.
Veel mensen beweren dat het opnieuw introduceren van huishoudkunde op scholen cruciaal is, vooral in de huidige hectische wereld. Omdat ouders vaak lange dagen maken, keren veel middelbare scholieren na schooltijd terug naar lege huizen, waar ze zelf moeten koken, de was moeten doen en eenvoudige huishoudelijke taken moeten uitvoeren. Maar hoeveel van hen hebben deze vaardigheden op school geleerd?
Het lijdt geen twijfel dat het aanleren van deze levensvaardigheden onafhankelijkheid kan bevorderen. Uit onderzoek bleek dat 62,7% van de 3,1 miljoen Amerikaanse middelbare scholieren in 2020 naar de universiteit ging. Veel van deze studenten, die het ouderlijk huis verlaten om in een studentenhuis te gaan wonen, staan voor de uitdaging om voor het eerst zelf hun maaltijden, wasgoed en persoonlijke ruimtes te beheren. Het aanleren van deze vaardigheden op school kan een aanzienlijk verschil maken in hun vermogen om hiermee om te gaan.
