De laatste keer dat ze hem zag, was door het raam van een café in Lyon. Binnen zat Marcus met Amalia en hun twee kinderen verhalen te vertellen waar de kleintjes hartelijk om lachten. Ze zagen eruit als een foto uit een familiealbum – gewoon, vrolijk, compleet.
Irina stond lange tijd buiten te rillen in haar versleten jas. Toen Marcus eindelijk opkeek en haar zag, ontmoetten hun blikken elkaar. Ze hief aarzelend haar hand op, maar hij keek weg en boog zich weer naar zijn kinderen.
Die nacht gaf ze toe wat ze al lang had ontkend: de band was onherstelbaar verbroken. Ze had haar oudste zoon aan de kant gezet toen hij kwetsbaar was, en hij had haar in ruil daarvoor uitgewist.
Zittend in haar krappe appartement naast haar dronken jongste zoon, fluisterde Irina in de stilte: « Ik heb het beste van mijn kinderen verloren. »
En ze wist dat het waar was.