De veertienjarige Emily Harper staat op de veranda. Haar koffer trilt, de tranen stromen over haar wangen. De lucht in Cedar Springs, Kentucky, was fris eind september en rook naar regen en gebroken beloftes. Achter haar, door de houten deur, galmt de stem van haar moeder als een definitief oordeel.
« Je hebt dit huis te schande gemaakt, Emily. Kom niet terug. »
