
Nadat ik in het ziekenhuis was opgenomen met beide benen verbrijzeld bij een auto-ongeluk,
« Vergeef ons alsjeblieft, James. We houden van je en we willen niet dat je het gevoel hebt dat je je welzijn nog langer voor ons moet opofferen. Of je nu naar de bruiloft kunt komen of niet, het belangrijkste is dat je geneest en weet dat je geliefd bent. »
Ik las het uit, de brief trilde in mijn handen. Mijn vader, die zwijgend had toegekeken, was wat milder geworden. Zijn stijve houding verslapte en voor het eerst zag ik kwetsbaarheid in zijn ogen.
« Het spijt me, zoon, » zei hij met gedempte stem. « Ik heb het mis gehad. »
Mijn moeder kwam dichterbij en sloeg haar armen voorzichtig om me heen, denkend aan mijn verwondingen. « We zijn er voor je, James. Je hoeft niets alleen te doen. »
Op dat moment, liggend in dat ziekenhuisbed, voelde ik de druk van de verwachtingen van mijn ouders van mijn borst vallen. De pijn in mijn benen was er nog steeds, maar de pijn in mijn hart, het gevoel dat ik nooit aan hun idealen kon voldoen, begon te helen. En ik besefte dat dit ongeluk ons misschien allemaal een kans had gegeven om de draad weer op te pakken – niet alleen mijn benen, maar ook ons gezin.