In de maanden die volgden, concentreerde ik me op genezing – zowel voor mezelf als voor de kinderen. De therapie vond plaats in een veilige omgeving waar we samen de chaos konden beheersen. Ethan leerde zijn woede beter te beheersen, Chloe pakte haar schetsboek weer op en de tweeling paste zich sneller aan dan ik had verwacht.
Het geld was krap, maar ik redde het. Ik werkte parttime in een bibliotheek en startte een klein bijbaantje met het online redigeren van manuscripten voor auteurs die in eigen beheer publiceerden. Het was uitputtend, maar het gaf me iets wat ik al jaren niet meer had gevoeld: onafhankelijkheid.
Ondertussen bleef David zwerven door het leven.
Hij nam hier en daar wat baantjes aan, maar geen daarvan hield lang stand. De kinderen zagen hem nog wel in het weekend, maar de band die ze ooit met hem had, begon te verbrokkelen. Hij was niet langer haar rots in de branding – ze had hem te vaak zien struikelen. Het deed pijn, maar het herinnerde me er ook aan hoeveel kracht we in onze kleine eenheid hadden opgebouwd.
Een jaar later stond ik voor de spiegel in een eenvoudige zwarte jurk, klaar voor het gala van de bibliotheek. De weerspiegeling die me aanstaarde was niet de vrouw die David had verlaten – het was iemand sterker. Iemand die het verraad te boven was gekomen en zichzelf had hervonden.
Toen ik die avond de kinderen naar bed bracht, vroeg Chloe: « Mam, ben je blij? »
Ik glimlachte en streek over haar haar. « Ja, lieverd. Dat ben ik. »
En voor het eerst in lange tijd was dat ook echt zo.