Het lettertype veranderde halverwege. Sommige delen leken overduidelijk gekopieerd en geplakt. De handtekening leek op die van hem, maar stond de verkeerde kant op. En de notarisstempel? Vlekkerig en nauwelijks leesbaar. Daniel zou nooit een document hebben geaccepteerd dat zo vol fouten zat.
Ik liep naar onze kast, trok de kluis eruit en deed hem open. Daarin lagen al onze belangrijkste documenten: de huwelijksakte, de eigendomspapieren en ja, zijn echte testament. Mijn handen trilden toen ik het openvouwde. Het was schoon, notarieel bekrachtigd, twee jaar oud en alles – het huis, ons spaargeld, zelfs zijn oude pick-up – was aan mij nagelaten. Er werd met geen woord over een kind gerept.
Opluchting overspoelde me… al snel gevolgd door woede. Emma had niet alleen geprobeerd me te misleiden – ze had ook een document vervalst en daarbij Daniels naam besmeurd.
Maar één vraag bleef in mij hangen: kon er een kern van waarheid zitten in haar bewering dat Alex de zoon van Daniel was?
Ik dacht terug. Toen Emma zwanger was, vertelde ze iedereen dat haar vriend haar had verlaten. Ze noemde Daniel nooit, impliceerde nooit iets anders dan de gebruikelijke familiegesprekken. Wat Daniel betreft, hij was altijd open en eerlijk geweest – soms laat thuis, maar altijd met bewijs: bonnetjes van de bouwplaats, foto’s, telefoontjes over de planning van de bouw. Hij hield openlijk en zonder vragen te stellen van me.
Voor de zekerheid haalde ik Alex’ geboorteakte tevoorschijn. Ik was met Emma naar het ziekenhuis geweest. Het gedeelte voor de vader was leeg – geen naam, zelfs geen spoor van Daniel.
En daarmee had ik mijn antwoord.